Berkenwoude

De eerste schriftelijke vermelding van Berkenwoude is van 1326, onder de naam Bercou (Perkou) zoals het in de volksmond nog steeds wordt genoemd. Het behoorde tot de Heerlijkheid van de Lek. Tot Jan I van Polanen Berkenwoude en enige andere Ambachten in de Krimpenerwaard voor zes jaar in pacht neemt van Peter I van de Lek.
In 1379 wordt Jan III van Polanen door Albrecht van Beieren beleend met Berkenwoude. Er wordt gesproken over “Bercoude ende Achterbroec” wat door de eeuwen heen nooit is veranderd. In 1439 kwam door het huwelijk van de dochter van Jan III Van Polanen met Engelbrecht van Nassau ( de overgrootvader van Willem van Oranje) het gebied  onder zeggenschap van de Nassau,s&

Ambachtsheren van Berkenwoude:

1538         Willem van Zuijlen van Nyenvelt (overleden 1608 was een Geus.
1616         Frederik van Zuijlen van Nyenvelt
1646         Willem van Lyere (gehuwd met Agatha van Zuijlen van Nyenvelt)
1662          Nicolaas van Lyere (gehuwd met Margaretha van der Capellen
1710-1745 Frederik Robert Evert van der Capellen
1745-1778 Alexander Philip van der Capellen
1778-1848 Godert Alexzander Gerrit Philip van der Capellen
In 1848 is bij de invoering van de nieuwe grondwet het recht van Heerlijkheid opgeheven.

De eerste kerk op deze plaats was De hierna gebouwde kerk is in 1512 door de Geldersen geplunderd en verwoest. De daarna gebouwde kerk is in 1833 wegens bouwval afgebroken en is de huidige kerk gebouwd, dus de vierde kerk op deze plaats. Berkenwoude had in 1573 in de Krimpenerwaard de eerste protestantse dominee. Zijn naam was Rutger Aerts.

Schenkel 2 (foto links), wat eens werd genoemd het kleinste boerderijtje van Berkenwoude.  Jaren bewoont geweest door de familie Loeve. Door toedoen van een wegverbreding is door Bas Loeve een halve meter van het huisje afgehaald. Maar het verkeer gaat er nog rakelings langs.
Oud pand aan de Schenkell nr. 5 (foto rechts).

{backbutton}