Gouderak

Het wapen van Gouderak is afkomstig uit het wapen van Gouda. De reden hiervan is dat Gouderak een Ambachtsheerlijkheid was van de stad Gouda.
In 1274 komt men voor het eerst de naam Golderake tegen ontstaan uit Golde (Goud) en rake (rak) is een recht stuk van de rivier.
Ruim een halve eeuw later  wordt er over Gouderak gesproken als ambachtsheerlijkheid.

Ambachtsheren:
In 1300 was de ambachtsheerlijkheid Gouderak in het bezit van de heren van Schoonhoven en Gouda de graven van Holland, Jan van Beaumont en later zijn kleinzoon Graaf van Blois. Graaf Guy van Blois was kinderloos waardoor in 1398 Gouderak verviel aan de grafelijkheid van Holland.
In maart 1663 werd door aankoop Gouda weer heer van Gouderak voor twaalfduizend ponden. De officiële koopakte is ondertekend door raadspensionaris Johan de Wit. In 1798 met de afschaffing van de heerlijkheid verloor Gouda de rechten op het dorpsbestuur van Gouderak. In 1814 werd voor korte tijd de heerlijkheid weer ingevoerd, maar in 1848 bij invoering van de nieuwe grondwet vervielen de rechten.
In dat zelfde jaar heeft Gouda de heerlijkheid verkocht aan drogist en raadsheer Willem Jacobus Fortuyn Drooglever.



Deze verkocht weer aan de heer H. van Zanen-Muller uit Haastrecht, die op zijn beurt in 1897 de heerlijkheid verkocht aan de heer J.W.M.J. Kolkman.
Als laatste ambachtsheer trad op Willem Karel Marie de Bruyn, een wijnkoper uit Dordrecht. Zijn inkomen uit de heerlijkheid was vijf en twintig gulden per jaar.

(foto links) Gemaal Verdoold  aan de Kattendijk   (anno 1888) vernoemd naar M.Verdoold Czn. Het gemaal verzorgde de polders Stolwijk, Beiersche, Agterpoort,
Veerstalblok en Kattendijksblok. In 1920 omgebouwd van stoomgemaal tot zuiggasmotorgemaal en ± 30 jaar later tot electrisch gemaal met een capaciteit van zo,n 320 m/3 per minuut.
(foto rechts) Sluisje aan de tiendweg (Boezem Mudde)


{backbutton}